Wat is cultuursensitieve zorg?
Met de term cultuursensitieve zorg wordt zorg bedoeld die is afgestemd op de behoeften van cliënten met een migratieachtergrond. Dit betekent bijvoorbeeld dat het behandelaanbod aansluit bij de behoeften van cliënten met een migratieachtergrond, dat er aandacht is voor hun visie op de klachten die zij ervaren, en dat hulpverleners over de juiste kennis, attituden en vaardigheden beschikken om cliënten met een andere culturele achtergrond goed te kunnen ondersteunen. Maar cultuursensitieve zorg gaat verder dan de relatie tussen hulpverlener en cliënt: om daadwerkelijk cultuursensitieve zorg te kunnen bieden, is het belangrijk dat hier op alle lagen van de organisatie aandacht aan wordt besteed. Zo kan een zorginstelling ervoor zorgen dat er tolken beschikbaar zijn binnen de organisatie, dat er cultureel divers personeel wordt aangenomen en dat het personeel geschoold wordt in het verlenen van cultuursensitieve zorg. In nog bredere zin kan een organisatie hiervoor beleid ontwikkelen en geld beschikbaar stellen. Bij cultuursensitieve zorg komt dus meer kijken dan men op het eerste gezicht zou verwachten.
In de loop der jaren hebben verschillende wetenschappers zich gebogen over de vraag wat cultuursensitieve zorg (in de wetenschappelijke literatuur ook vaak ‘culturele competentie’ genoemd) nu precies inhoudt en aan welke criteria zorginstellingen hiervoor moeten voldoen. Hoewel zij met uiteenlopende antwoorden komen, zijn de criteria die zij noemen vrijwel allemaal in te delen in de volgende drie domeinen:
- Criteria op het niveau van cliëntenzorg (zoals het uitbreiden van het behandelaanbod)
- Criteria op het niveau van personeelsbeleid (zoals het trainen van medewerkers)
- Criteria op het niveau van organisatiebeleid (zoals het beschikbaar stellen van financiën)
De Quick Scan is gebaseerd op deze drie domeinen. Meer gedetailleerde informatie over de drie domeinen vindt u op de pagina Quick Scan.
Waarom is cultuursensitieve zorg zo belangrijk?
Nederland wordt steeds diverser: eind 2017 had ruim 23 procent van de Nederlandse bevolking een niet-Nederlandse culturele achtergrond. Wetenschappelijk onderzoek laat zien dat mensen met een migratieachtergrond of vluchtelingenstatus meer risico lopen op het ontwikkelen van psychische klachten. Zij blijken echter veel belemmeringen te ervaren bij het zoeken naar hulp. Zo worden zij door huisartsen niet of pas laat doorverwezen, kennen zij de weg in het Nederlandse zorgsysteem niet of worden zij geconfronteerd met een taalbarrière waardoor zij hun klachten onvoldoende kenbaar kunnen maken. Als zij zich eenmaal hebben aangemeld bij een zorginstelling, worden zij opnieuw geconfronteerd met barrières: ze kunnen zich onvoldoende verstaanbaar maken, krijgen een diagnose of therapie die niet past bij de manier waarop zij hun klachten ervaren, of voelen zich niet welkom binnen de organisatie. Dit heeft tot gevolg dat veel cliënten met een migratieachtergrond hun behandeling vroegtijdig afbreken, waardoor hun klachten niet worden verholpen, hun problemen zich opstapelen en zij – relatief vaker dan mensen met een Nederlandse achtergrond – intensievere of zelfs gesloten vormen van hulpverlening ontvangen. Dit is niet alleen vervelend voor de cliënt in kwestie, maar ook duur en inefficiënt. Door beter rekening te houden met de behoeften van cliënten met een migratieachtergrond, kan een steeds grotere groep mensen profiteren van kwalitatief hoogstaande zorg.